eric-down-under.reismee.nl

Going South

De dag begint met een waterig zonnetje. Als ik de gordijnen van onze kamer open doe (we slapen op de 6e verdieping van het Novotel) is er beneden in de winkelstraat Lambton Quay al veel bedrijvigheid. Stadsbussen rijden af en aan, en ook op het trottoir zijn veel mensen op de been. Vast onderweg naar hun werk. De winkels zijn nog gesloten.

Dit gedeelte van Wellington wordt gekenmerkt door hoogbouw. Veel kantoortorens en hotels. Beneden brede winkelstraten met veel winkels. O.a. van de bekende modemerken, maar ook locale shops.

We ontbijten op de kamer met wat crackers, een kopje thee en een bakje yoghurt met cornflakes of muesli. Daarna inpakken en uitchecken. Vandaag reizen we af naar het Zuidereiland. Vanmiddag om 15.00 uur nemen we de ferry naar Picton. Gelukkig mogen we de auto tot die tijd in de garage laten staan. Een medewerker van het hotel biedt aan om onze bagage naar de auto te brengen en in te laden. José en ik gaan maar even met de jongen mee, het luistert nogal nauw.

Eenmaal boven pakken we de lift naar straatniveau en lopen naar het Te Papa museum. Het nationale museum van Nieuw Zeeland. Hier kun je alles zien en te weten komen over Nieuw Zeeland: de flora & fauna, de geschiedenis (o.a. van Abel Tasman, de ontdekker van het eiland), over de geschiedenis en cultuur van de Maori's, over de geografie (vulkanen - geisers), over de deelname van Nieuw Zeelandse soldaten aan WO I, over de bedreigingen van het land (aardbevingen en tsunami's) en is er een art afdeling.

Het museum is een lust voor het oog. Je komt werkelijk ogen en oren te kort. Heel indrukwekkend hoe alles tentoongesteld is en wordt uitgelegd. Met nae de afdeling over de Maori's is heel fascinerend. Achter deze zaal is een soort theaterzaal. Ik heb geluk. Op dat moment is een schoolklas kinderen daar een haka aan het oefenen. Vol genoegen bekijk ik hun öptreden". Hierdoor raak ik wel Merel en José uit het oog.

Ik zwerf wat verder door het museum. De tentoonstelling "War" over de strijd bij Gallipoli (Turkije) is heel indrukwekkend. Het vertelt het persoonlijke verhaal van 6 soldaten die hier hun leven lieten. Nooit geweten dat de Nieuw Zeelanders meevochten in deze oorlog, op deze plek. Ik wil er thuis meer over lezen. In deze oorlog hadden de Nieuw Zeelanders niets te zoeken, ze hebben voor niets meegevochten en hun leven gelaten. Oorlog is zinloos. Toen, nu en in de toekomst.

Als ik José en Merel weer gevonden heb, lopen we nog een rondje door de museumtuin. Een miniatuur van een tropisch woud en van grotten. Heel bijzonder.

Rond kwart over twaalf lopen we met een omweg terug naar het hotel. Door de leuke en kleurrijke winkelstraten. In Mannerstreet duik ik nog even de boekenwinkel in. Hier waren we al eerder binnen glopen. Een fantastisch zaak. Ik heb een kinderboek gezien "Inside - outside" dat ik wil kopen. Het is prachtig geïllustreerd. En het boek heeft geen tekst. Prima om te gebruiken op school dus.

We halen de auto op en rijden down-town naar de ferry terminal. Langs het voetbal- & rugby stadion. Maar we zijn vroeg. De auto parkeren we in line 2. Het is niet druk. De ferry is er overigens nog niet. Die zien we een half uur later de baai van Wellington in varen. Rond kwart voor drie meert die aan en rijden de auto's en vrachtwagens van boord. Niet heel veel later mogen wij. Na de vrachtwagens die ook mee gaan.

Als de auto op het autodeck staat, gaan we naar het passagiersdeck. Hier zijn heerlijke loungestoelen. We kiezen een mooie plek bij het raam en zien de ferry niet veel later de haven uitvaren. Ik schiet het buitendeck op om dit te aanschouwen. Maar het is koud: het regent en er staat een flinke wind. Eenmaal op volle zee deint het schip aardig heen en weer. De zee (Cook Strait) is ruw en er zijn hoge golven. Ook al heb ik me stevig en warm aangekleed, het is niet erg aangenaam om lang op het buitendeck te staan. Snel nar binnen.

Zittend bij het raam, kijkend naar de golven en de kust van Wellington die langzaam aan ons voorbij trekt, zie ik een zeehond uit de golven op duiken. Even later zie ik er nog een paar. Ze bewegen zich soepel en sierlijk door het water. wat zijn ze klein. En wat vind ik dit geweldig om te zien.

Om 18.00 uur meert de veerboot aan in Picton. Na de oversteek over Cook Strait, is de ferry Malbourough Sounds binnen gevaren. Een verzameling eilandjes. Ik kijk m'n ogen uit. Nergens is enige menselijke activiteit waar te nemen. Je ziet alleen maar beboste heuvels, water, eilandjes, rotsen en in de verte bergen. Sommige met besneeuwde toppen. Pas in de buurt van Picton is er bewoning. We rijden even na 18.00 uur in het donker en in de miezer van boord. Nog 124 km moeten we rijden naar Nelson. Geen pretje om onder deze condities te moeten rijden. Maar Merel rijdt ons veilig en rustig naar Nelson. Naar het Mercure Monaco hotel.

Inchecken, auto uitladen en ons installeren. Als we eenmaal wat gesetteld zijn halen José en ik een drankje in het restaurant. Voor ons een glas Sauvignon Blanc (Uiteraard Nieuw Zeelandse) en voor Merel een Nieuw Zeelands biertje. Een slaapmutsje voor het slapen gaan.

Morgen op ons gemak opstaan en naar het Abel Tasmanpark.

A great day in Wellington

Wakker geworden met een zonnetje. Wat een heerlijk begin van de dag. We hoeven vandaag niet te reizen, dus doen we alles op onze dooie gemak. Rond een uur of tien laten we ons met de lift helemaal naar Lambton Quay zakken. Een van de grotere winkelstraten van Wellington. Stukje verderop de Countdown in gegaan voor wat croissants en vers fruit. Op onze kamer hebben we al ontbeten met crackers en thee. Dan door naar de ingang van de Cable car. Die brengt je naar boven. Een deel van Wellington ligt op heuvels die de stad omringen. Down town is de haven. De Cable car is een soort treinbaantje. Twee treintjes vertrekken gelijktijdig. Een omhoog, een omlaag. In the middle is het dubbelspoor en passeren ze elkaar.

Boven heb je een mooi uitzicht over de haven en de omliggende bergen. Het is winderig, maar het zonnetje maakt alles goed. Vervolgens lopen we via de Botanic gardens, the Begonia house en de Rose gardens terug naar het centrum. The Botanic gardens zijn werkelijk prachtig. Allerlei soorten exotische bomen en planten. De tuin is goed onderhouden, een feest om door heen te wandelen.

In the begoniahouse, een greenhouse, drinken we een kopje koffie. Het is aardig druk. Binnen vliegen allerlei mussen rond. Hoe die binnen zijn gekomen? Daarna weer verder naar beneden, langs de begraafplaats, De snelweg over via een viaduct naar het 2e deel van de begraafplaats. Dan zijn we beneden bij het parlementsgebouw. Of eigenlijk gebouwen. Het zijn er drie. Het gebouw is open voor bezoekers. Om 13.00 uur is er een tour. We haken aan. Werkelijk heel fascinerend om te zien en over te horen vertellen.

We zakken verder af, richting de haven. Op een steigertje aan het water eten we onze laatste croissant en besluiten we de i-site op de zoeken. Zeg maar de VVV. Op de achterkant van de stadsplattegrond staan enkele wandelingen vermeld. Zo ook een naar Owhiro Bay. Hier zou je zeerobben kunnen zien. Bij the red Rocks leeft een kolonie zeeleeuwen. het is nog even zoeken naar de i-site. Het kantoor is tijdelijk verplaatst. Het gebouw is under constuction. Wellington wordt regelmatig geplaagd door aardbevingen. Overal vind je instructies wat te doen bij een aardbeving.

De meneer van de VVV vertelt ons dat je niet naar Owhiro Bay kan lopen. Maar er gaat wel een bus naar Island bay toe. Bus 1. Vandaar is het een half uurtje lopen. En dan nog een uur wandelen naar red rock. We pakken de bus richting island bay. Een dubbeldekker. Grappig om per openbaar vervoer door zo'n stad te reizen. Je ziet ineens een heel andere (normale) kant van de stad. De bus rijdt de heuvel op en aan de andere kant weer af. We komen o.a. langs het regionale ziekenhuis van Wellington, het Cricket stadion en langs verschillende scholen.

Het eindpunt is Island bay. Een baai met een stukje strand en een rotsige kust. Er gaat ook een bus naar Owhiro bay. Een vriendelijke chauffeur neemt ons gratis mee. Het is maar 5 minuten rijden. Daar lopen we de kustlijn verder af. Het uitzicht is overweldigend. Een blauwe zee, hoge golven met witte kragen die tegen de rotskust beuken. de habitat van zeeleeuwen en robben. In de verte vaart de ferry naar Picton. Morgenmiddag zitten wij aan boord. En helemaal aan de einder zie je de witte bergtoppen van het Zuidereiland.

Redrock is te ver lopen, maar niet getreurd, de wandeling langs de kust, het grijze kiezelstrand is geweldig. Met het zonnetje aan de blauwe hemel en ons gezicht in de wind, voelen we ons helemaal in ons element. Rond 16.00 uur lopen we op ons gemak weer terug naar de busstop. Daar pakken we de bus terug naar het centrum. Tegen 17.00 uur strijken we neer in ons hotel.

We zetten een kopje koffie op de kamer, en knappen ons op voor het avondeten. We gaan eten in een visrestaurantje aan de haven. Shed 5. Een goede keuze. Merel neemt de vis van de dag, José & ik nemen risotto met zeevruchten. Vooraf delen we wat calamaris. Verrukkelijk. Lekker flesje Nieuw Zeelandse Sauvignon blanc erbij, want vis moet zwemmen. Uiteraard.

Helemaal rozig en voldaan lopen we terug naar ons Hotel. Morgenochtend staat een bezoek aan het museum van Wellington: Te Papa Tongarewa op het programma, in de middag met de boot overvaren naar Picton. Maar zover is het nog niet. Eerst nog even badderen en lekker slapen.

Here comes the rain again!

Vanochtend schijnt er een waterig zonnetje over Lake Taupo. Dat geeft de burger moed. We ontbijten op de kamer met yoghurt en cornflakes/ muesli & een kopje thee. Daarna alle spullen verzamelen en naar de auto brengen. Het hotel The Millenium hotel, is een fijn hotel. Overal hangen kunstwerken. De eigenaar verzamelt kunst (voor z'n vrouw) en hangt dat op in zijn hotel. In de eetzaal, op de gangen, bij de receptie en op de hotelkamers. Heel uiteenlopend. Ik hou er van.

Als alle koffers en losse zooi weer in de auto is opgeborgen beginnen we aan onze lange autorit naar Wellington. De hoofdstad van Nieuw Zeeland. Helemaal onderin de punt van het Noordereiland. We verdelen de rit in drieën: ik rij de eerste anderhalf uur, José de tweede anderhalf uur en Merel de laatste anderhalf uur naar Wellington.

Het eerste stuk voert langs het meer van Taupo. Aan de overkant bij Turangi gaat de weg omhoog en begint het weer flink te regenen. De weg is smal en er rijdt veel vrachtverkeer. Dat maakt het autorijden best inspannend. Daar waar het kan, halen we vrachtwagens in die langzaam omhoog rijden. OP sommige stukken zijn er speciale inhaalstroken en rijdt langzaam verkeer in een baan er naast, tot de twee banen weer overgaan in 1 baan. Tijdens de rit gaat er ineens een waarschuwingslichtje op het dashboard branden. What the F.... Doorrijden tot een geschikte plek en de auto aan de kant zetten. Zoeken in de boekjes naar wat er aan de hand kant zijn. Het blijkt dat er op de voorruit een sensor zit. Die moet schoongemaakt worden, anders werkt die niet. Zucht, dat lucht op.

Ondertussen regent het onverdroten door. We rijden door de bergen en een woestijn. Jammer genoeg valt er door de regen niet veel van te zien. Alles is in grijze nevelen gehuld. De woestijn ligt hoog en ziet er anders uit dan de meeste woestijnen. Geen eindeloze zandvlakte, maar een heuvelachtig gebied waar grassen op groeien. Het wordt gebruikt als een militair oefenterrein. Als mijn stuk erop zit, stoppen we bij een koffietentje voor truckers. Vanaf Taupo tot hier is niets. Geen huizen, geen bedrijven, niets. Alleen maar bomen, bergen en natuur. Een vreemde gewaarwording.

Na de koffie kruipt José achter het stuur. Het links rijden gaat haar ook steeds beter af. We rijden richting Palmerston North. Soms klaart de lucht wat op, en zien we groene heuvels waarop schapen vrolijk rond keutelen. Dan zitten we weer in een flinke regenbui en is alles grauw, nat en grijs. We rijden door een plaatsje dat zo uit het wilde westen is geplukt. Alles is in countrystijl. Zelfs de huizen. Grappig. In Foxton stoppen we voor de 2e break. Hier staat een Hollandse molen en is verderop een zaakje "The Dutch Oven". Hier gaan we lunchen. Lekker. Merel neemt poffertjes en José en ik een pannenkoek. Ben je 17.000 km voor van huis.

Merel rijdt het laatste stuk. Nog even en we zijn op onze eindbestemming. Na Paraparaumu loopt de motorway langs de kust. De Tasmanzee. Wat een grandioos gezicht. Hoge golven beuken op het land, vlak langs de snelweg. De laatste kilometers verlopen voorspoedig, ondanks de regen. We rijden Wellington in en nemen de afslag naar het centrum. Daar is ook ons hotel. Het Novotel.

Inchecken, bagage uitladen en naar boven brengen, kamer 610. Een medewerker van het hotel parkeert de auto in the carpark van het hotel. Even opfrissen, ons installeren (toiletteren) om vervolgens een stukje door het centrum van Wellington te lopen. Nu het nog licht is. Het is druk in de stad. En het regent. Veel mensen staan te wachten op de bus naar huis. Hun werkdag zit er weer op. We lopen door wat straten richting de haven. Hier ligt ook het museum van Nieuw Zeeland. Over de Maori's, de geschiedenis, de flora en fauna en met een kunst afdeling. Dat museum gaan we zeker bekijken. terug langs het water. Het wordt langzaam donker. We kijken of we een leuk eettentje zien waar we kunnen eten. The Shed5 wordt het. Een visrestaurant. Maar eerst weer even terug naar het hotel.

We veranderen van plan. Merel is al eerder in Wellington geweest en wil ons meenemen naar een bijzonder burgertent. Burger fuel. Vooruit dan maar. The Shed5 doen we morgenavond. Door de stromende regen lopen (en zoeken) we naar het zaakje van Merel. Burger fuel lijkt op alle andere burgertenten, maar hun hamburgers zijn van duurzaam rundvlees gemaakt. Inderdaad dat proef je. Als we onze buiken helemaal rond hebben gegeten lopen we, door de regen, terug naar het hotel. Naar onze kamer, bad vol laten lopen en even lekker chillen en opwarmen na een dag vol nattigheid.

De weersverwachting voor morgen ziet er goed uit. Een zonnetje. Lekker om de stad te bezichtigen, een ritje met de kabelbaan naar boven te maken. Afwachten maar.

Dagje Lake Taupo

Wakker geworden met regen. Het giet pijpenstelen. Als ik de gordijnen van onze hotelkamer open schuif, aanschouw ik het meer. Dat loopt langzaam over in de loodgrijze lucht. Je ziet haast geen horizon en de oevers zijn al helemaal verdwenen. Alles is loodgrijs en nat. Neh.

We ontbijten beneden, in een standaard eetzaal. Er zijn in tegenstelling tot gisteravond niet veel gasten. We nemen plaats aan een tafeltje bij het raam, niet dat er vandaag veel van het uitzicht te genieten valt. Ondanks de regen lopen er toch wat mensen over het pad langs het meer. Hetzij mensen die hun hond uitlaten, hetzij joggers of wandelaars. Sportief gekleed en voorbereid op een nat pak.

De gasten die net als wij komen ontbijten, bedienen zich over het algemeen van een full English breakfast, dat wil zeggen: scrambled eggs, baked tomatoes, baked beans, sausages and bacon. Mijn niet gezien. Ik hou het op een croissantje, een bakje yoghurt met cornflakes, een geroosterde boterham met jam en een bakje fruit.

Als we weer op de kamer zijn, bespreken we de plannen voor vandaag. Geen reisdag, dus we kunnen rustig aan doen. Vanwege de regen vallen sommige dingen helaas af. Het is niet anders. Terwijl Merel druk bezig is met haar telefoon, en sociale media, gaan José en ik nog even een wandeling maken langs het meer. Althans een klein stukje. Lake Taupo is 625 vierkante km groot. Dus ongeveer 20 bij 30 km. Een aardig meer. Het grootste zoet water meer van Nieuw Zeeland. We lopen het pad af richting Taupo. Na 10 minuten keren we om, due to the rain.

We besluiten naar de Hot pools van Wairakei te gaan, een kwartiertje rijden vanaf ons hotel. In de omgeving zijn veel geisers. The hot pools krijgen daar hun warme water van. Na wat zoeken vinden we de plek. We kopen een kaartje en kleden ons om in een simpele kleedruimte. Links de mannen, rechts de vrouwen. In ons zwemkleding gaan we naar buiten, in de regen, naar de hotpools. Best frisjes.

The hotpools bestaan uit vier baden, varierend van 37 graden, 34 graden en 30 graden en hebben mineraal rijk water. We beginnen in het eerste bad. Oh wat is dat lekker warm. Terwijl op ons hoofd koude regen druppelt, zitten we tot ons kin in het warme water. Daarna volgt het tweede bad, dit is een paar graden warmer. Aan 't eind van het bad is een rotswand waar het warme water als een fontein vanaf stroomt. Op het randje zit een hele Indiase familie. Ook hier blijven we even poedelen.

Dan naar het vierde bad. Helemaal bovenin. Vanaf een terras (het heet niet voor niets Wairakei Terraces and Thermal Health Spa) komt heet water (more than 40 degrees) direct uit de bron. Het bad is erg warm. Lekker, maar niet voor te lang. Het derde bad is een koel bad. Het heeft een normale temperatuur. We weken, badderen, cocoonen, tot onze vingers en voeten helemaal wit en rimpelig zijn geworden. De omgeving is in nevel en stoomwolken gehuld. Tropische bomen, bamboestruiken en een houten bruggetje. Buitengewoon betoverend.

Rond half een kleden we ons om. Het bordje in de kleedkamer adviseert om 12 uur niet te douchen, de mineralen hebben dan een gunstig effect op de huid. Helemaal rozig verlaten we de Hot Pools. Ik ben een beetje licht in m'n hoofd. Toch te lang in het warme water gelegen en te weinig gedronken.

Volgende stop: The Craters of the Moon. Een geothermisch gebied vol geisers. Het is gelukkig even opgehouden met regenen. We kopen op de carpark een kaartje en beginnen aan een wandeling van ongeveer een uur door een bizar landschap. Het is heuvelachtig, begroeid met heidestruiken, varens en mossen. En overal kringelt, stijgt, stroomt, kolkt stoom uit de bodem. Op sommige plekken is het een dun rookpluimpjed, op ander plaatsen braakt de bodem fikse stoomwolk en uit. Heel fascinerend.

Het gebied is in de vorige eeuw ontstaan, na een uitbarsting. Er zijn twee grote kraters. Onderin de krater stijgen flinke stoomdampen op. Heet water borrelt en pruttelt uit de bodem. Het water onder de grond wordt wel verwarmd, tot 100 à 120 graden. De stoom die dan ontstaat zoekt een weg door de bodem omhoog. Net als bij een snelkookpan. Maar soms wordt de druk te groot en barst de aarde open. In 2004 is dat hier voor het laatst gebeurt.

Hierna bezoeken we Hukafalls. Inmiddels hebben we de regenponcho's weer aan, want het is weer aardig gaan regenen. De Waikato rivier, Nieuw Zeelands langste rivier, perst zich met veel geweld door een smalle gang. De Hukafalls. Elke seconde raast er 220.000 liter water 11 meter naar beneden. Het komt uit in een kristal helder en azuurblauw meer.

WE krijgen het koud, stappen weer in de auto en rijden terug naar Taupo. In het stadje zoeken we een koffietentje. We hebben na ons ontbijt nog geen koffie gedronken of iets gegeten. We strijken neer in The Couzy Corner. Een leuk klein koffietentje. Omdat het al tegen sluitingstijd loopt (15.00 uur - het is zondagmiddag) kan Merel geen soep meer bestellen. De keuken is al dicht. Dan bestellen we maar cappuccino en Egg and Bacon pie. José neemt een vegetarische quiche. Heerlijk.

Nog even wat boodschapjes doen in de supermarkt. Pac'nSave. Zo'n grote supermarkt heb ik nog niet eerder gezien. De supermarkt heeft de afmeting van een fabriekshal. De stellingen reiken haast tot het plafond. Alles is hier groot en veel. We kopen wat yoghurtjes, sap en water en een pak koekjes. Afrekenen en weer terug naar het hotel.

Het begint een beetje op te klaren. Het meer krijgt wat meer kleur en contouren. Met een kop thee en een cracker ploffen we neer op onze bedden. Ik werk aan m'n blog en even later gaan de meiden terug naar het centrum om pizza te halen. Ook hier kennen ze Domino's pizza (waar niet). We eten onze pizza, lezen of luisteren wat muziek of zappen wat op de TV. Rond een uur of acht (20.00 pm.) gaan we nog even naar beneden naar de bar. Voor een drankje en een spelletje kaart. Pesten. Lekker Nederlands. Merel wint uiteraard alle potjes. Vervelia!

En dan weer terug naar onze kamer. Beetje opruimen, inpakken, lezen alvorens we gaan slapen. Morgen een lange reisdag voor de boeg. Van Taupo naar Wellington. 368 kilometer, al gauw vier en een half uur rijden. Maar eerst lekker slapen.

Autorit van Pauanui naar Taupo

Na twee nachten in de Pauanui Motorlodge te hebben geslapen, is het weer tijd om verder te reizen. Het was een heerlijk verblijf in onze lodge. De mevrouw van de receptie was heel vriendelijk en gastvrij. We vertrekken met een blauwe, licht bewolkte lucht, Maar volgens de mevrouw van de receptie is er een storm op komst. Nauwelijks te geloven als je naar de lucht kijkt.

José rijdt het eerste stuk. In de middag hebben we een excursie even buiten Matamata. We gaan naar The Hobbiton movieset, waar een deel van The Hobbit en Lord of the Rings films zijn opgenomen. Omdat we daar pas om 14.00 uur moeten zijn, eerdere tours al volgeboekt zijn, willen we omrijden via de kust. Maar helaas, 1 bord gemist. Dus slingeren we weer omhoog en omlaag naar Thames. Daar linksaf richting Paeroa en verderop linksaf richting Waihi en Tauranga. We komen bij Karangahake Gorge langs een uitkijkpunt. Het is een oud mijnwerkerstrack. Dus de auto aan de kant en even de benen strekken, nu het nog droog is.

We volgende de "open window" trail. Over een soort slinger-hangbrug naar de overkant. Langs oude spoorrail, waarmee vroeger de mijnbouwwerkers de erts naar beneden brachten, door oude mijngangen. Onder ons stroomt en klatert een snel stromend water. Weer over een soort hangbrug naar de andere kant van het water. Terug richting carpark, door een groene oase. Hoge tropische bomen, varens, bush. Prachtig. Wat een onverwacht genoegen deze wandeling.

Terug op de carpark, steken we de weg over en drinken koffie (met een taartje) bij een koffietentje genaamd "The Talisman". Veel Maorikunst en houtsnijwerk. Bijzonder.

Als we weer helemaal zijn voldaan rijden we verder richting Tauranga - Matamata. Nog anderhalf uur rijden. Kwart voor twee komen we aan in Matamata. Het informatiecentrum ziet eruit als een Hobbithole. Grappig. Vanhier brengt een bus ons naar Hobbiton.

Toen de makers van de film "Lord of the Rings" een locatie zochten, viel hun oog op deze locatie. Vanwege de groene, glooiende heuvels, de vijver en de grote, oude boom midden op het terrein. Het decor werd gebouwd en de scenes die zich af speelden in "the Shire" werden opgenomen. Daarna werd alles weer afgebroken. Vanwege grote belangstelling van de filmfans, werd het plan opgevat om de Hobbitholes permanent te bouwen.

Het lijkt een beetje op de Efteling, maar dan over Hobbits. Onder leiding van een gids bewegen we ons door "The Shire". Het ziet er grappig, zoet en schattig uit. Meer dan 40 ronde woningen van Hobbits. Niet een is hetzelfde. Veel oog voor details (was aan de waslijn -attributen). Ook de beplanting is vrolijk en verzorgd, met name de groentetuin. Bovenop de heuvel is het huis van Bilbo Bannings en Frodo. Het Hobbithuis met de ronde, groene deur. Bovenop de heuvel staat een grote eikenboom.

Het is druk. Verschillende gezelschappen bewegen zich o.l.v. een gids over de smalle paadjes. Ondertussen is het flink gaan regenen. We doen alle plekken aan die in de film voorkomen. We eindigen bij "The Mill" steken de stenen brug over naar herberg "The green Dragon". Hier krijgen we een pint Hobbitbier. Aan het eind proberen ze nog wat merchandise aan iedereen te slijten, om vervolgens weer met de bus terug naar Matamata te worden gebracht. Het was leuk om te zien en te ervaren, maar de tocht is erg commercieel en had een half uur tot een uur ingekort kunnen worden.

Om 16.45 uur staan we weer op het parkeerterrein van Matamata. In de auto naar onze eindbestemming Taupo, aan het meer. Nog een flink stuken rijden. Het regent en het begint te schemeren. Geen pretje om dan te rijden.

Rond 18.30 uur, na 120 km, komen we in het donker aan. Ik heb het stuk van Matamata naar Taupo gereden. De laatste kilometers waren echt niet plezierig. Geen verlichting, middenin een stevige regenbui, een weg slingerend door de bergen en links rijden.Tamelijk gestrest parkeer ik de auto bij ons hotel in Taupo. het parkeerterrein is nagenoeg vol, vanwege een evenement, met moeite weet ik een plekje te vinden.

Inchecken, de kamer bekijken (uitzicht op het meer), koffers uitladen en daarna snel wat eten beneden in het restaurant. We nemen alle drie Taupo beef sirloin. We hebben honger na deze enerverende dag. Na het diner gaan Merel en ik nog even zwemmen. het hotel heeft een verwarmd buitenzwembad. Het water is heerlijk, maar zodra je eruit wil is het koud en nat (vanwege de regen).

We kruipen in ons bed. De een met een muziekje op z'n hoofd, dan ander met een boek. Another day in New Zealand is over. Morgen een relaxdagje. Morgen nog een dagje in Taupo voordat we weer verdergaan met onze roadtrip.



Cathedral Cove

MIddenin de nacht worden we opgeschrikt door een alarm dat afgaat. Niet een auto- of inbraakalarm, maar meer zoals bij ons op de 1ste maandag van de maand. Whats going on? Het alarm gaat na een tijdje uit, we slapen maar weer verder.

In de vroege ochtend worden we gewekt door de regen. Die komt recht naar beneden. Als of iemand boven een douche heeft open gedraaid. Dat belooft wat voor vandaag. We staan op ons gemak op. Nog even lekker in bed blijven lezen, terwijl Jose onder de douche springt (in de badkamer, niet buiten). Daarna is het Merel's beurt en sluit ik de rij.

We ontbijten met yoghurt, jam en bruine boterhammen. Ongekend lekker. Vervolgens wat spullen bij elkaar rapen voor onze volgende bestemming: Cathedral cove. Een klif waar een gat in geslagen is. Je kijkt (loopt) van de ene baai naar de andere. Er zijn twee manieren om bij Cathedral cove te komen. Met de boot, maar dan zie je de klif vanuit zee. Of via Hahei. Vanaf hier loopt een 45 minuten durend wandelpad naar the cove. We besluiten dat laatste te doen.

Om daar te komen moeten we eerst 11 km terug rijden naar de hoofdweg. Daarna door Tairua richting Coromandel. Het is gestopt met regenen. De bergen zijn bezwangerd met dikke regenwolken die als een pluk watten de bergtoppen omhullen.

De weg slingert weer omhoog en omlaag. Haarspeldbochten. Het landschap doet enerzijds erg Europees aan (groene heuvels, grazend vee), anderzijds is de vegetatie totaal niet Europees. Palmbomen, Kauritrees, exotische bomen en bloemen.

Even boven Hahei begint het wandelpad naar Cathedral Cove. The Carpark is hooggelegen en kijkt uit over de baai. Het uitzicht is fantastisch. Rugzak op de rug en lopen maar. Naar beneden. Het pad slingert al snel omhoog. Een pittige kuitenbijter. Jassen uit, sjalen af, we hebben het warm. Onderweg zijn er ook mogelijkheden om andere baaitjes te bezoeken. Maar we gaan voor The Cathedral.

Eenmaal daar is alle vermoeidheid verdwenen. Wat een prachtige, betoverende plek. met geen pen te beschrijven: een licht wit, bruin zandstrand, witte grillige e hoge rotspartijen, bovenop begroeid met exotische bomen en struiken, een azuurblauwe zee, golven met witte schuimkoppen die het strand op rollen en te midden van al dit een kloof in de rots met een doorkijkje naar het andere strand.

Er zijn niet veel bezoekers op het strand. Maar ik kan me zo voorstellen dat in de zomer (januari) het hier stervensdruk is. We lopen de kloof in en laven ons aan al deze schoonheid. Dan besluiten Merel en ik onze schoenen uit te doen, stropen onze broek op en waden door het water, langs de rotswand, naar het andere strand. Best nog lastig om niet nat te worden, er staat een stevige golfslag en het wordt vloed. Maar het lukt en we lopen aan de andere kant. Hier loopt geen mens. Whauw!

Ik krijg zin om er in te duiken. Toch maar niet. Geen handdoek bij me. We klauteren over rotsen, we maken foto's. Ik laat me verrassen door een hoge golf en heb een natte kont. Droogt vanzelf.

Terug door het water, door de kloof naar de andere kant van het strand. Nog een laatste blik, een selfie met de oceaan op de achtergrond en we gaan weer terug. We bezoeken nog een ander baaitje: Stingraybay. Wederom klimmen en klauteren. Laatste stuk via een steile trap naar beneden. Om op het strand te komen moet je over rotsen klauteren. Merel en ik zoeken een weggetje naar het strand. Jose blijft op een veilige afstand kijken. Oh wat is het hier prachtig. Geen mens te zien. Een met de natuur: het strand, het zand en de oceaan. Plaatjes zoals je soms ziet in een reisgids. En daar lopen we nu zelf.

Terug op de parkeerplaats. In de auto naar Ferry landing. Even boven Hahei en hot water beach. Hier nemen we een voetveer naar Whitianga. De ferry komt snel. Het is een oversteek van nog geen 5 minuten, maar scheelt een hele stuk rijden. De ferry keert naar de overkant, als ik plotseling langs de rotswand een zeeleeuw zie zitten. Dat is pas bijzonder. Mijn dag kan niet meer stuk.

In Whitianga lunchen we in een Irish pub. Bij Grace o Mallery. Merel neemt fish and chips (met name om de chips), Jose neemt de fried fish salad en ik waag me aan de Irish stew. We vinden ook nog een gaatje om een portie apple - rhubarb- crumble met elkaar te delen. Een zoetezure punt met custard and whipped cream. Delicious!

We slenteren nog wat door het centrum van Whitianga. In deze tijd van het jaar ingeslapen en verlaten. Dan over het strand terug naar de ferry., voor de overtocht. De zeeleeuw ligt nog steeds, gecamoufleerd, op de rotsen.

In de regen in de auto terug naar Pauanui. We hebben geboft met het weer. Het regent op momenten dat we onderweg zijn of in onze lodge zitten. Lucky us. Nog snel een boodschapje en we trekken ons weer terug in ons knusse huisje. Na de uitgebreide lunch, eten we crackers met kaas of jam. En de dames nog een kopje soep.

Vanavond m'n reisdagboek bijwerken, spelletje doen en nog even lezen in het boek "Ik blijf hier"van Marco Balzano. Morgen trekken we weer verder naar Taupo. Onderweg bezoeken we de movieset waar the Hobbit deels is opgenomen.

By the way. Het alarm was bedoeld voor de vrijwillige brandweer. Een firedrill. Het alarm stopte als er 5 vrijwilligers zich hadden gemeld.

Coromandel - Bay of plenty.

Vandaag niet zo'n lange reisdag. Douchen, aankleden, koffers pakken. Daarna de stad in om wat croissants en broodjes te kopen voor onderweg. Bij Pandoro in Queenstreet. Wat een heerlijke winkel, het water loopt in je mond bij het zien van al dat lekkers.

Terug naar het hotel. Bagage in de lift, uitchecken en, als een medewerker de auto voorrijdt, de auto inladen. Ik besluit het eerste stuk te rijden. Door het drukke centrum van Auckland naar de snelweg. Ook al rijden ze hier links en moet ik me goed concentreren, het lukt me om zelfs ontspannen de stad uit te komen. Eenmaal op de snelweg gaat alles vanzelf. Pas bij afrit 477 moeten we eraf. Richting Hamilton.

Dan richting Coromandel. Een stad en een streek (schiereiland). Onderweg stoppen we bij MIranda birdsanctuary. Maar eerrst even een kopje koffie doen, bij een heerlijk koffietentje in the middle of no where.

The birdsanctuary is een soort bezoekerscentrum met allerlei informatie over de vogels in het gebied. Vertrekpunt voor een wandeling naar een vogelobservatiehut. We zijn onderaan een baai, waar blijkbaar veel vogels komen overwinteren. We wandelen door een uitgestrekt gebied, door drassige weilanden waar koeien grazen, over hekjes langs magrovebossen, waar kleine krabjes vliegensvlug hun holletjes in schieten. Een vogelrijk gebied. We zien: Puttertjes, Groenlingen, Zwarte zwanen, ganzen en zee- & strandvogels. Zelfs een IJsvogel.

Terug bij het centrum rijden we door naar Thames. Onderaan, ander andere kant van de baai. We zoeken een rustig plekje aan het water, in dit verder niet zo bijzonder plaatsje. Hier eten we onze broodjes. Een familie mussen zit geduldig te wachten op een kruimel. Zodra we beginnen met voeren, verzamelen er zich meer mussen en meeuwen. Een laatste hap en weer terug in de auto. Merel rijdt ons naar Pauanui. Aan de andere kant van het schiereiland, aan de oceaan. Door een heuvel-, bosrijk en bergachtig gebied. De weg slingert omhoog en omlaag.

We stoppen nog eenmaal bij een uitkijkpunt. We bevinden ons in Kiwi gebied. Door het dichte bos, klauteren en glibberen we naar boven. Door de regen is het gald en modderig. Het lijkt wel of we in een tropisch regenwoud zijn. Hoge, tropische bomen, dicht struikgewas. Geritsel en vogelgeluiden. Prachtig.

Het uitzicht valt wat tegen. Dan maar weer terug naar de carpark, voor het laatste stuk naar Pauanui. Dat blijkt een soort vakantiepark te zijn, gelegen aan het strand. Veel uiteenlopende vakantiehuizen staan er op het park. Sommige worden permanent bewoond door pensionado's. Ook hier. Wij verblijven in Pauanui motorlodge. Een soort appartement. Omdat er geen andere gasten zijn krijgen we een gratis upgrade. Onze lodge bestaat uit een huiskamer en heeft 2 aparte slaap- en badkamers. Het zier er heerlijk uit. Hier vertoeven we de komende 2 nachten.

Het park heeft ook een winkelcentrum (met van alles en nog wat: kapper, bibliotheek, supermarkt, souvenirwinkel, restaurantjes, zelfs een makelaarskantoor, een kerk en een informatiecentrum). We doen wat boodschappen. Vanavond koken we lekker zelf: mac & cheese. Dan naar het strand. Nog zeker 15 minuten lopen. het strand is nagenoeg uitgestorven. Een enkeling laat z'n hondje uit of maakt een wandeling over het strand. Schoenen uit, broek opstropen en pootje baden. Heerlijk. De golven rollen met witte schuimkoppen op het strand. Ik krijg zin om erin te duiken, maar de temperatuur van het water weerhoudt me daarvan. Ik hou het op pootje baden.

Terug naar onze lodge. Douchen. Het zand van m'n voeten afspoelen en dan aan de arbeid: eten koken. 's Avonds tijd voor een spelletje en languit op bed met een boek. Wat is het leven toch verrukkelijk. Meer heeft een mens niet nodig.

Morgen rijden we naar Hahei voor een wandeling naar Cathedral Cove.

Back to Auckland

Na een enerverende en actieve dag naar Cape Reinga, is het tijd om weer terug te rijden naar Auckland. Een lange rit. Koffers pakken, inladen en rijden maar. Eerst wat geharrewar, maar al vlug weer on the road south. Heel veel kans om verkeerd te rijden heb je niet, er is maar 1 weg naar boven (en beneden). Deze enkelbaansweg slingert zich door the countryside.

In Paihia eerst nog wat boodschapjes gedaan. In het zonnetje eten we onze yoghurtjes en drinken we wat sap als ontbijt. Daarna in de auto richting Silverdale. Merel wil ons de plek laten zien waar ze 6 maanden werkzaam was als au-pair. Jammer genoeg is een meeting met de ouders, met Marita and Steve, niet mogelijk. Kinderen zijn naar school of naar de daycare, ouders zijn aan het werk.

We rijden weer door Orewa. Tijd voor een foto. En rijden dan door naar Silverdale. Een uitgestorven forenzenstad. Gestopt bij Laura Jane drive. Merel's adres van het afgelopen half jaar. vervolgens rijden we naar het reisbureau "Hello world" dat deze trip heeft samengesteld. Merel wordt met open armen ontvangen door een vrolijke en goedlachse medewerkster.

Dan door naar Auckland. De higway verandert in snelweg. Het verkeer wordt drukker. In de verte zien we de skyline van de stad, De Skytower die de horizon domineert. Over de harbourbridge, het drukke centrum in op zoek naar ons hotel, Rydges.

Als we daar aankomen, laden we de bagage uit en rijdt een hotelmedewerker onze auto naar de parking. Met de lift naar de 11e verdieping. Room 1110. Een heerlijke kamer. Een andere medewerker komt onze koffers, die op zo'n karretje staan, boven brengen.

Als we zijn gesetteld, met een heerlijke kop thee, gaan we een stadswandeling maken door het centrum van Auckland. Het heeft iets weg van New York. Maar dan kleiner en overzichtelijker. Rechte straten, verwijzend naar het Verenigd Koninkrijk (Queenstreet, Victoriastreet, Albertstreet). Hoge kantoorgebouwen domineren het straatbeeld. We gaan criscross door het centrum. Langs de oude universiteit, door het Victoriapark, langs the national galery, het theatre district. Door het Mosespark, onderlangs the skytower naar ons hotel.

We hebben niet veel honger en besluiten om een snelle hap te scoren en daarna naar de film te gaan, The Lion King. Die snelle hap wordt sushi bij Matsu Sushi. In een groot leisure center, waar ook de bioscoop is ondergebracht, zijn tal van eettentjes. Werkelijk de halve wereld kun je hier op je bord krijgen: Japans, Koreaans, Thais, Vietnamees, Indiaas, Maleisisch, zelfs Vlaams. Uiteraard ook burgers en pizza's.

De bioscoop zaal is nog niet voor een vijfde gevuld. De film is knap gemaakt. En ook al kennen we het verhaal al (video wel tig keer gezien toen onze kinderen nog klein waren, en de musical een paar jaar geleden in het Afas circustheater gezien) het blijft boeien. Na afloop terug naar het hotel door een nog steeds levendige stad. Slapen. Morgen wederom een reisdag. Naar het schiereiland Coromandel.